
Sylvia schrijft over de zorg voor haar moeder: Uurtje op bezoek
Mijn moeder ligt in bed en slaapt dus ik loop wat heen en weer tussen haar kamer en de huiskamer. Daar zag ik de nieuwe bewoonster voor het eerst in de huiskamer. Ze zat aan tafel en had al drie keer haar tas omgekeerd, op zoek naar haar bril. Ze klampte iedereen aan, om te vragen of haar bril al was gevonden. Ook mij. Ik vroeg haar hoe haar bril eruitzag. Een andere bewoner kwam er tussendoor; “Wit met een zwart jasje aan, hahahaha”. Gierend van de lach strekt hij zich uit in zijn rolstoel terwijl mevrouw mompelt dat haar bril roodachtig is. Ik beloof haar te zoeken. Als ik later weer terugkom in de huiskamer zit mevrouw glunderend in de huiskamer, met haar rode bril op. Gelukkig! Ik complimenteer haar met haar mooie bril en ze lacht voorzichtig mijn kant op. Even geen angst voor de vreemde omgeving maar opluchting; haar bril staat weer vertrouwd op haar neus.
Delegeren
Een andere bewoner draagt een mooi streepjesoverhemd en zit relaxed in zijn stoel. “Mooi overhemd zeg! Nieuw?” vraag ik hem. Hij schudt zijn hoofd. Nee, dat had hij al bij andere gelegenheden aangehad, zei hij. Maar toen was ik ergens anders aan het werk, volgens hem. Ok, zou kunnen. Hij vraagt me verder of ik met hem de afdeling goed wil managen en met hem een oogje in het zeil wil houden. Omdat hij niet alles in de gaten kan houden. Maar natuurlijk, voor deze sympathieke oud manager doe ik alles met plezier.
Het geheim
En dan kom ik mijn ‘gangvriendin’ tegen. Een dame van een andere afdeling, die voortdurend rondjes loopt en die ik dus vaak tegenkom. Altijd keurig netjes, altijd beleefd. Gisteren had ze me geschrokken gevraagd of ik ging verhuizen, omdat ik het bed van mijn moeder voor het raam had gezet. Gerustgesteld liep ze verder met haar rondje, toen ik uitlegde dat mijn moeder graag de sneeuw wilde zien. Nu staat ze bij de codedeur en vraagt of ik de code weet. Ik schud mijn hoofd. Nee, helaas. “Geeft niks,” zegt ze. “Als je ‘t straks wel weet, moet je het niet tegen mij zeggen hoor. Ik ben bang dat ik niet kan onthouden dat die code een geheim is en dat ik die dan per ongeluk doorvertel…”.
Een wereld die je kunt leren kennen!
De PG-afdeling waar mijn moeder woont, is echt een wereldje op zich. Met mensen die nog best sociaalvaardig zijn tot mensen bij wie het vasthouden van de hand het ultieme is. Ondanks de nare reden dat de mensen hier wonen, is het vaak toch gewoon gezellig. Met bewoners die ook behoefte hebben aan een gezellig praatje, net zoals jij en ik. Ik ben trots op onze vrijwilligers die zich daar graag voor inzetten. Ook zij hebben het inmiddels ervaren; als je meebeweegt in het tempo en in de gedachtegang van de bewoner kan je bij een aantal soms hun gedachten nog een beetje volgen. Zo leer je de bewoner weer wat beter kennen. En dat is mooi!
Dit bericht heeft 0 reacties