Als mijn vader dementie vriendelijk boodschappen doet
Met om en nabij de 1650 inwoners in ons dorp heerst er nog een echte ‘ons kent ons’ cultuur. Je wil niet weten hoe fijn maar bovenal veilig dat voelt, als je zorgt voor iemand met dementie. Bijna iedereen kent mijn vader en het merendeel is op de hoogte van het feit, dat hij af en toe een beetje ‘warrig’ is. Ondanks dat het een klein dorp is, zijn we gezegend met een bakker, een slager, een supermarkt en tal van andere kleine ‘middenstanders’ zoals mijn vader de winkeliers die in onze Dorpsstraat zijn gevestigd altijd noemt. Ik heb er zelf ook mijn werkplek en zie iedereen altijd richting winkels gaan voor de dagelijkse boodschapjes. Zo ook mijn vader.
Stipt om 10.30 uur loopt of fietst hij op de doordeweekse dagen langs mijn salon. Ik zwaai altijd maar hij kijkt nooit mijn kant uit. Toch kijk ik er elke dag naar uit. Het stelt me gerust. ‘Gelukkig hij is er nog en doet hij het nog’, denk ik dan.
Hij heeft ook altijd een vaste shop routine: fiets bij de supermarkt in een fietsenrekje, naar de pinautomaat om geld te pinnen, weg oversteken naar de slager, rosbief kopen, praatje maken, na een paar minuten oversteken naar de supermarkt voor de rest van de boodschappen, na 10 minuten loopt hij terug naar zijn fiets, stopt de boodschappen in zijn fietstas, loopt met de fiets aan de hand richting mijn salon en gaat dan voor het raam naar me staan zwaaien. Ik loop dan altijd even naar hem toe, we spreken een paar woorden en dan stapt hij op en rijdt terug naar huis.
Zo gaat het op de goede dagen. Het gebeurt echter steeds vaker dat de routine niet meer klopt. De ene keer komt er een bekende binnen rennen om me te waarschuwen dat mijn vader zijn pincode niet meer weet, de andere keer komt er iemand waarschuwen dat mijn vader geen geld heeft om af te rekenen en er is zelfs al eens een vriendin komen waarschuwen dat mijn vader wel heel veel geld in zijn portemonnee had… Hij had het aan iedereen bij de kassa laten zien.
Ook is het al eens voor gekomen dat ik gehaald werd omdat hij met de fiets gevallen was. Gelukkig viel het allemaal mee en wilde hij gewoon zelfstandig verder.
Alle keren ben ik dankbaar voor de komst van mijn dorpsgenoten. Zo kun je als mantelzorger namelijk vrij snel ingrijpen en heb je het gevoel er niet alleen voor te staan. Je kunt als je een baan hebt nou eenmaal niet dag en nacht over hem waken.
Ook hebben we veel steun aan de winkeliers en hun personeel. Als mijn vader een paar dagen achter elkaar bijvoorbeeld drie pondspakken koffie wil kopen, regelt de cassière van de supermarkt dat hij dat laat staan. “Hamsteren is leuk maar hoeveel pakken koffie kun je kwijt”, zei ze toen ze me vertelde dat ze het op die manier had opgelost.
En al die behulpzame jonge afroepkrachten die merken dat mijn vader niet meer weet waar bepaalde artikelen liggen. De meeste lopen uit zichzelf naar hem toe en vragen of ze hem kunnen helpen. Hij hoeft maar te kikken en ze halen het even voor hem.
Of de slagersvrouw die zonder dat ik er om vroeg zei: “Maak je geen zorgen Marjolijn. Als hij vreemde dingen doet, laat ik het je weten.”
Maar het is ook verbazingwekkend hoeveel andere dorpsbewoners op hem letten. Er is altijd wel iemand die even een praatje met hem maakt. Hulp aanbiedt als iets hem niet gemakkelijk afgaat. Zijn boodschappen helpt in te pakken of hem helpt met afrekenen als hij even niet meer weet hoe dat werkt.
Maar ook als ze mijn vader al een paar dagen niet gezien hebben, informeren ze hoe het met hem gaat.
Stuk voor stuk mensen met een hart van goud, waar je als mantelzorger voor een zelfstandig wonende persoon met dementie ontzettend veel aan hebt.
Ik zet het vaak onder blogs; zorgen doen we samen. Ik zeg dat niet voor niets want zo ervaar ik het ook. Ongevraagd helpen deze mensen mijn vader maar ze helpen ongemerkt ook zijn mantelzorgende kinderen. Dit soort mensen maken het mede mogelijk dat mijn vader nog het gevoel heeft op eigen houtje te kunnen functioneren. En zolang mijn vader dat gevoel nog heeft, kan hij zich nog wel staande houden in zijn warrige leven. Toch moet je er wel wat voor doen om op deze manier je zorgnetwerk te vergroten. Openheid van zaken geven. Gewoon door tegen veel mensen te vertellen dat mijn vader lijdt aan dementie. Veel mensen zien het misschien als de vuile was buiten hangen maar echt, uiteindelijk levert het iets op. Zorgen kun je nou eenmaal niet alleen en dementie is niet iets waar je je voor hoeft te schamen.
Waar een klein dorp groot in kan zijn! #dementievriendelijk #participatiemaatschappij #zorgendoenwesamen
Fantastisch, ik ga verhuizen en kom daar ook wonen. Wat een ideaal dorp.
Ik wens alle inwoners een lang en gelukkig leven
Goed verhaal. Duidelijk schrijverstalent. Inhoudelijk natuurlijk fantastisch!!!
Mag ik dit verhaal publiceren op de wereld Alzheimer dag op 26/9 in Boxmeer?
Hoi Wim, dank voor het compliment. Delen mag uiteraard altijd mits er een duidelijke link naar Mantelzorgelijk in de publicatie komt te staan.
Hartelijke groet,
Marjolijn