Een keer kan net een keer teveel zijn

“Hoe heet dat gemene poppetje ook alweer?”, vraagt hij aan mij.

Waar heeft hij het over??

Er is maar één manier om dat uit te vinden, en dat is door hem vragen te gaan stellen.

Kent hij dat poppetje van TV, uit een film, is er een boek over?

Het poppetje komt uit een film, en hij wordt levend.

Het is een boos poppetje, met de naam “Sjakkie” of “Sjukkie”, zegt hij.

Hmm… het zegt mij niet heel veel, en de film ken ik zeker niet, maar de naam ken ik wel vaag, en dan zou het om “Chucky” moeten gaan.

“Ja”, bevestigt hij enthousiast, “die is het!”

Hij noemt zijn buurvrouw nu zo, zegt hij..

Nou ja, hij heeft er in elk geval lol om.

Vrijdag had hij een slechte dag, en het begon er al mee dat hij naar gedroomd had en door zijn bed was gaan kruipen, waardoor hij er heel vreemd bij lag, volgens de zorgmedewerker die hem zo aantrof, en hem vroeg wat hij had uitgespookt.

Dit vertelt hij na aankomst thuis.

Ook was er nog onrust na vertrek van de taxi, omdat hij dacht dat de hulplatjes voor de drempel van de balkondeur in de taxi achter waren gebleven, en hij bleek boos te zijn op de chauffeur en een andere passagier.

Hij wil eerst roken, vanwege alle stress die hij had ervaren.

Hij blijkt niet vast te zitten in zijn gordel in de rolstoel, en hij heeft medicatie bij zich voor een ander tijdstip.

Redenen genoeg om maar even te bellen met de afdeling.

Als we nadat hij zijn sigaret heeft gerookt nog even gaan wandelen, blijkt dat ook geen ontspannende uitwerking op hem te hebben, want hij is bang dat ik hem de sloot inrijd.

Door zijn “neglect” is de kant waar we langsrijden vertekend voor hem, en ik stel hem gerust dat ik echt wel weet wat ik doe, maar waar mogelijk probeer ik rekening met hem te houden, zonder onze veiligheid uit het oog te verliezen.

Een paar dagen later ga ik op “kraamvisite” bij een vriendin die sinds kort een puppy heeft.

Er is iets vreemds met het beestje, vertelt zij, want als zij gaat drinken, dan blaft ze, en dat doet ze niet met het eten.

Dat is inderdaad raar. Als het hondje gaat drinken, gluur ik om het hoekje, zie haar aarzelen om op de placemat te stappen waar de foto van een hond op staat, en ze gaat vervolgens blaffen.

Dan moet ze bang zijn voor de foto van die hond op de placemat, denk ik dan.

Vriendin vindt dat vreemd, want haar vorige hond had die placemat ook, en dat was geen probleem; “maar elk mens is anders, en dat geldt voor dieren ook”, zeg ik.

Ze draait de placemat om, en ik zal nog van haar horen of dit helpt.

Twee dagen later krijg ik bericht van vriendin dat het hondje inderdaad niet meer blaft als ze gaat drinken, en ze bedankt mij voor “de gouden tip”.

Ik moet er wel om lachen, dat ik blijkbaar gelijk had, want het was een gok natuurlijk.

Wel een doordachte gok, dat dan weer wel.

Fijn dat het hondje niet meer bang hoeft te zijn, en voor de baasjes is het mysterie hiermee opgelost.

Maandag bericht mijn echtgenoot dat zijn arm zo pijn doet omdat hij gordelroos heeft.

Dinsdag is hij stilletjes, vertelt dat hij toestanden had met twee andere bewoners.

Met de ene omdat hij hem per ongeluk aanreed, en met de andere omdat die hem betrapte op een vieze mond van het eten.

Hij wil niet meer in de huiskamer eten, zegt hij.

Ik mis zijn eigen rolstoel op zijn kamer, en bij navraag blijkt die mogelijk een verdieping lager te kunnen staan, naast de lift, vergeten door zijn zoon.

Hier ben ik niet blij mee, want de rolstoel hebben we zelf moeten betalen, en die had nu makkelijk weg kunnen zijn.

Mijn eega vind dat ik mij niet zo druk moet maken om één keertje vergeten, maar één keertje kan net een keertje teveel zijn.

 

Mayke de Vries is na een carrière in de zorgsector nu vooral mantelzorger voor haar partner, die helaas na een grote hersenbloeding in oktober 2019 in een zorginstelling kwam te wonen. Zij schrijft op Mantelzorgelijk over de veranderingen in hun leven.

Dit bericht heeft 0 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Back To Top