
Weten
Op een dag weet je hoe je vrouw zal sterven.
Je weet niet op welke dag dat zal zijn, maar je hebt een idee. Geen accuraat idee maar net goed genoeg om je voortdurend zorgen te maken. Ergens in de komende zes maanden. Of eerder. Of later. Er zijn mensen die nog jaren leven nadat ze te horen hebben gekregen dat ze nog maar een paar weken hebben. Anderen zien nooit de maanden die ze dachten nog te hebben.
In elk geval is het snel. Zo snel dat je geen plannen kunt maken. Alles, behalve leven, wordt in de wacht gezet. Haar leven. Jouw leven bevindt zich in het ‘wij’. Je leeft als een stel. Alles wat je als individu zou doen wordt terzijde geschoven. Hoe kun je nee zeggen tegen iemand die je gaat verliezen? Hoe kun je zo egoïstisch zijn om je zorgen te maken over hoe de rekeningen betaald worden als zij er niet meer is?
Je kunt je het leven erna niet eens voorstellen. Dat wil je ook niet. Hoewel, soms als het donker is, begin je daar naar uit te kijken. Niet naar het verlies van je vrouw natuurlijk, maar naar het idee dat deze pijn, deze onzekerheid voorbij is. Misschien zullen de herinneringen aan deze tijd minder pijn doen dan wat je nu beleeft. Misschien worden ze zelfs dierbaarder als je vergeet hoe erg het op dat moment was.
Maar als het voorbij is, is ze weg. Voor altijd. Zelfs nu is ze er niet helemaal. Je leven opzij gegooid voor iemand die soms als een vreemde voor je is. En dan één woord, één blik, één bekende geur of zucht en je weet dat zij het is. Zij is het altijd geweest en je zou dit allemaal opnieuw doen als het jullie bij elkaar zou houden.
Het is bizar dat iets ‘weten’ tot zoveel onzekerheid leidt.
Geschreven door Isaac R.
Dit bericht heeft 0 reacties