Tegenstrijdige emoties van een SEH-arts

Hij werd door een ambulance binnengebracht, hij was kortademig. In de ambulance hadden ze hem al op de cpap machine aangesloten maar het was duidelijk dat hij nog steeds heel moeilijk kon ademen. Hij zag er ziek uit. Ongemakkelijk. Bang.

Toen we hem op een brancard legden en zijn hemd uitdeden om hem een ziekenhuishemd aan te trekken, zagen we allemaal de Nazi tatoeages.

Hij was goed gebouwd. Ouder. Zijn langdurig gebruik van methamfetamine (crystal meth) had zijn tol geëist en hij had vrijwel geen tanden meer in zijn mond. Het ferme hakenkruis op zijn borstkas sprong eruit. SS tatoeages en andere insignes die onder zijn hemd niet te zien waren, waren nu overduidelijk zichtbaar voor iedereen in de ruimte.

“Laat me niet doodgaan, doc” zei hij ademloos toen de ademhalingstherapeut hem van de cpap overplaatste naar onze machine. Ik stelde hem gerust en zei dat we ons best gingen doen om hem in leven te houden.

Wij, oftewel een team dat bestaat uit onder andere een Joodse arts, een Afro-Amerikaanse verpleegster en een Aziatische ademhalingstherapeut, wij zagen het allemaal. De symbolen van haat op zijn lichaam die duidelijk en trots zijn opvattingen laten zien. We wisten allemaal hoe hij over ons dacht. Hoeveel waarde hij aan onze levens hecht.

Maar daar waren we dan, een team dat naadloos samenwerkte om hem de beste kansen op overleving te geven. Allemaal met mondkapjes, jassen, gezichtsbescherming en handschoenen aan. Het moment legde perfect vast waar we heengaan als deze pandemie in een stroomversnelling raakt.

Ons bestaan is op dit moment een cyclus van angst en isolatie. Bang om ziek te worden in de frontlinie. Bang om een virus mee naar huis te nemen en onze families daaraan bloot te stellen. Bang voor het snel toenemende aantal patiënten. Bang om onze collega’s te verliezen. Bang dat we niet hebben wat we nodig hebben om voor patiënten te zorgen.

En isolatie omdat we het virus niet willen verspreiden, want we zijn ons ervan bewust dat we dagelijks met het virus in aanraking komen. Isolatie omdat niemand anders deze gevoelens, die angst en de tol die het werk van je eist, echt kan begrijpen. Maar we houden vol. We blijven doorgaan.

Helaas is de samenleving niet bereid gebleken om naar de wetenschap of naar onze smeekbeden te luisteren. Smeken dat mensen dit serieus nemen, om thuis te blijven, een mondkapje te dragen om de transmissieketen te doorbreken.

In plaats daarvan noemen ze de pandemie een hoax, noemen ons leugenaars en corrupt. Zeggen dat wij het te politiek maken door ons zorgen te maken over patiënten die doodgaan en proberen levens te redden. Onze levens, onze families, onze angsten doen er niet meer toe. Ze maken zich alleen nog bezorgd om hun eigen leven.

Hij was al aan zware ademhalingsondersteuning en kon nog steeds niet goed ademen, dis ik vroeg hem hoe hij tegenover intubatie stond. Ik wist dat het vrijwel onvermijdelijk was en wilde zijn toestemming voordat hij nog meer in de war raakte door het zuurstoftekort en niet meer in staat was om te antwoorden.

Hij zei dat als een beademingsbuis de enige manier was om dit te overleven, hij wilde dat we alles zouden doen wat we konden. En dat zouden we ook. Op dat moment hadden we geen andere mogelijkheden meer dus we bereidden ons voor.

Ik heb dit soort situaties talloze malen meegemaakt sinds mijn medische opleiding. Niet de intubatie, dat is nu routine voor mij en mijn team. De hakenkruizen. De racistische patiënten. Elke keer voel ik me wat geschokt, maar ik heb deze baan gekozen omdat ik levens wilde redden…

… en elke keer was ik in staat om snel met deze emoties om te gaan en precies dat te doen, levens te redden. “Ze kwamen hier omdat ze een dokter nodig hadden, en verdomme, Taylor, je bent een dokter”, is het mantra dat ik voor mezelf herhaal als ik het gevoel heb dat mijn empathische kern lijkt af te nemen.

Toen ik de ruimte verliet om me voor te bereiden op een risicovolle procedure en apparatuur te pakken, controleerde ik mijn persoonlijke beschermingsmiddelen. Ik had mijn N95 mondkapje, gezichtsbescherming, mijn jas en handschoenen. Was ik veilig? Was mijn team veilig? Ik pauzeerde om te controleren en ervoor te zorgen dat ik de uitrusting en back-ups had in het geval die nodig waren.

Ik neem de medicatie en het plan door met de verpleegster en de ademhalingstherapeut. Ik pauzeer. Ik zie de SS tatoeage en vraag me af wat hij ervan denkt dat er nu een Joodse dokter voor hem zorgt, en of hij net zoveel om mijn leven had gegeven als de rollen omgedraaid zouden zijn.

Ik besefte me dat ik voor het eerst aarzelde, ambivalent was. De pandemie heeft me uitgeput en mijn mantra heeft niet meer dezelfde uitwerking. Al die tijd ben ik doorgegaan, tegen de wind in, als een gladiator in de arena.

En ik realiseer me dat ik nu misschien niet meer zo oké ben.

Geschreven door Taylor Nichols, een Amerikaanse arts, op dat moment werkend op de afdeling spoedeisende hulp van een ziekenhuis in Californië.

is vertaalster, musicus en werkt als taalcoach voor Rosetta Stone. Ze woont en werkt in Florida, in de Verenigde Staten.

Dit bericht heeft 0 reacties

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Back To Top