“Remi” in quarantaine..

Woensdagochtend belt hij mij eerst “gewoon”, en wat later nog eens, met de mededeling dat hij mij moest bellen van de zorg, maar hij weet niet waarom.

Het “waarom” moet hij dan eerst maar gaan uitpluizen, zeg ik tegen hem.

Vervolgens gaat opnieuw de telefoon, en dan vertelt hij dat hij slecht bericht heeft gekregen over zijn moeder.

Hij valt stil; ik schrik, en vraag of ze soms is overleden.

Nee, dat niet, maar uit onderzoek is gebleken dat achter haar longontsteking wel een ongeneeslijke ziekte schuilgaat.

Als ik hem vraag of hij dit telefonisch heeft gehoord van zijn zoon, dan zegt hij dat zijn zoon is langsgekomen, ondanks de quarantaine op de afdeling, met toestemming van de zorg, en met inachtneming van het afstand houden.

Ik vraag hem of hij mij hierover misschien moest opbellen, van de zorg, en er even over nadenkend, zegt hij dan dat hij denkt van wel, want ik wist het niet, van zijn moeder.

Die middag wordt een verzamelputje van onrust, met mail van de afdeling waar ik niet blij mee ben, rond een klacht van mij richting de instelling betreffende de warme maaltijden, en hun voorstel dat ik ook zelf voor mijn echtgenoot kan/mag gaan koken..

Nog even en mijn bloed gaat hiervan koken: ik vertrouw mijn ogen niet dat die dit bericht lezen, maar het staat er toch echt. Daar moet ik nog een goede reactie op geven.

Ondertussen krijg ik ook melding dat ik gehackt ben, op Facebook, en moet ik op stel en sprong daarmee aan de slag.

Gelukkig heb ik inmiddels wel geleerd om in elke situatie mijn kalmte te bewaren, dus uiteindelijk komt alles goed.

Vrijdag is de quarantaine opgeheven en ik mag weer op bezoek.

Ik tref mijn eega aan in de badkamer, en ik laat hem even rustig zijn gang gaan.

Als hij zijn rolstoel eruit probeert te rijden, zie ik dat dit niet één twee drie gaat lukken, en ik “red” hem.

Hij is blij mij te zien, en vertelt dat de verpleegkundige net bij hem alles had afgedroogd en gedroogd, waaronder ook zijn tranen.

Ik denk meteen dat het om zijn moeder is, maar nee, het was om mij.

Zoals mensen die mij kennen, weten, heb ik een aangeboren handafwijking aan beide handen, en juist die handen heeft hij van begin af aan “omarmd” en mij daarmee geholpen met het laatste stukje acceptatie daarin.

Liefdevol spreekt hij altijd over “zijn” handjes, terwijl het de mijne zijn, maar ik vind het lief van hem en daarom mag hij dat ook zeggen, en daarover vertelde hij tegen de verpleegkundige, die dit “lief” vond, en terwijl ze dat zei, kwamen bij hem spontaan de tranen, omdat hij mijn handjes zo had gemist.

Gelukkig mij in persoon ook, dat scheelt weer..

Die tien dagen in quarantaine zijn veel te lang geweest.

Ik knuffel hem even goed (mag eigenlijk niet vanwege afstand houden, maar ja), en droog zijn tranen, die opnieuw rijkelijk vloeien.

Bij vertrek ‘s avonds wenst de zorg mij een fijne avond, en op de één of andere manier schiet dat bij mij weer eens in het verkeerde keelgat, al uit ik dat verder niet.

In het begin heb ik de zorg er weleens op aangesproken, dat ik hun goedbedoelde wens voor een fijne avond of weekend niet altijd fijn vind, maar dan keken ze me aan alsof ze water zagen branden..

Het afscheid voelt toch altijd naar en confronterend; dat gevoel blijft.

Mijn eega belt de volgende ochtend: slecht geslapen vanwege zijn moeder, slecht “opgestaan” door overlijdensbericht van een “buurman”, en hij zegt tegen mij dat hij de boel niet vertrouwt, omdat er steeds mensen overlijden.

Ik stel hem gerust, voor zover mogelijk, met te zeggen dat die mensen dan een onderliggende ziekte hadden, maar dat we daar ook mensen kennen die er al bijna 30 jaar wonen, en ik noem een paar namen op van mensen die ook nog wel een paar jaar “meegaan”.

Ik hoor hem haast opgelucht ademhalen, aan de andere kant van de lijn.

‘s Middags bericht van de afdeling dat er weer een besmette bewoner is; de afdeling blijft nog wel open, met vaker testen, maar ‘s avonds wordt dit bericht omgezet in opnieuw quarantaine, voor minstens een week..

Gelukkig heb ik hem een keer gezien tussendoor.

Hij voelt zich “Remi”, zegt hij, de volgende dag, en ik meld hem dat hier ook een “Remi” zit, en dan kunnen we er toch even samen om lachen..

 

 

 

 

 

Mayke de Vries is na een carrière in de zorgsector nu vooral mantelzorger voor haar partner, die helaas na een grote hersenbloeding in oktober 2019 in een zorginstelling kwam te wonen. Zij schrijft op Mantelzorgelijk over de veranderingen in hun leven.

Dit bericht heeft 0 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Back To Top