
Open brief aan Karien van Gennip, minster SZW
Geachte minister, beste mevrouw van Gennip,
Wij schrijven u deze open brief naar aanleiding van de onlangs, door uw ministerie, gelanceerde campagne: Wil je meer werken? Laat het merken! Uw ministerie roept in deze campagne deeltijdwerkers op om vooral meer uren te gaan werken. Begrijpelijk, als u ons vraagt. Een snelle oplossing voor de krapte op de arbeidsmarkt. En daarnaast wie zou niet af willen van de titel ‘deeltijdprins of -prinses’? Wie wil er niet van meer betekenis zijn voor onze maatschappij? Zeker als meer werken ook vertaald wordt naar meer inkomen.
En toch voelt uw campagne voor heel veel van onze lotgenoten als een klap in het gezicht. Het is alsof er door een rietje gekeken wordt naar een complex vraagstuk. Er wordt voorbijgegaan aan het feit dat door uw collega’s in het kabinet een koers is ingezet om mantelzorgers de onbetaalde nieuwe hoeksteen van het zorgsysteem te laten zijn. We moeten nu dus meer zorgen en meer werken. Maar meer betaald werken kan alleen als er minder onbetaald gezorgd moet worden. Maar dan er zijn te weinig professionals om die zorgtaken over te nemen. Ziet u het patroon ontstaan?
Voor veel mantelzorgers is meer gaan werken geen reële optie. Zij werden de afgelopen jaren door kabinetsbeleid en bezuinigingsdrang min of meer gedwongen om afscheid te nemen van een fulltime en betaald werkbestaan. Velen werken door de steeds zwaarder wordende mantelzorgtaken inmiddels parttime of moesten zelfs helemaal stoppen met hun banen. Omwille van liefdevolle naastenzorg gingen zij er sterk op achteruit in inkomen maar ook in levensgeluk. Een behoorlijk offer, vindt u ook niet?
Dit verhaal komt echter niet zomaar uit de lucht vallen. Al vele jaren is er door onderzoek bekend dat de omvang van verleende mantelzorg zo’n VIJF keer groter is dan die van de professionele zorg. De professionele hulpverlening komt in veel gevallen pas in beeld nádat familieleden al geruime tijd intensief zorg en ondersteuning hebben geboden. We kunnen ervan uitgaan dat, door de toenemende vergrijzing en de personeelstekorten in de professionele zorg, er verwacht wordt dat mantelzorg een nog grotere rol in ons zorgsysteem moet gaan innemen. Sterker nog, volgens uw collega’s van het ministerie van VWS zal in 2040 iedereen mantelzorger voor iemand moeten zijn.
Als mensen door zorgplannen zoals Wonen, Ondersteuning, Zorg thuis voor Ouderen nóg Langer Thuis moeten blijven wonen, kunnen we u op een briefje geven dat mantelzorgers steeds langer, intensiever en meer complexere zorg moeten gaan geven. Zelfs het overhevelen van de specialistische handelingen van professionals naar onbevoegde mantelzorgers wordt gezien als een welkome oplossing. En als iedereen uiteindelijk voor iemand moet gaan zorgen betekent dat nogal wat voor werkgevers, maar zeker ook voor werknemers.
Meer en zwaarder mantelzorgen betekent immers minder tijd voor betaalde werkzaamheden. Moeten we ons met elkaar niet gaan afvragen wie er straks überhaupt nog fulltime kan werken of wat intensieve mantelzorg betekent voor de kwaliteit van elk werk en van het leven? En dat, mevrouw van Gennip, maakt mantelzorg dus niet alleen een zorgprobleem voor uw collega Helder van VWS, maar ook een arbeidsprobleem voor u, als verantwoordelijk minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Want ook onbetaald werk is echt werk.
Mantelzorgers kunnen niet op alle vlakken alle oplossingen bieden. Meer werken én meer zorgen is een utopie. Deze uitdaging vraagt om een integrale aanpak en een maatschappelijk debat. Wij van Mantelzorgelijk snappen dat mevrouw Helder en u het systeem niet zomaar even kunnen veranderen. Maar u kunt er samen wel voor zorgen dat er een andere koers gevaren gaat worden. Zoek elkaar op dit thema dan ook meer op en bekijk de thema’s integraal vanuit de leefwereld van mensen en niet alleen langs de kaders van de systemen.
Ook willen we u graag wijzen op het feit dat door het inzetten van mantelzorgers op professionele taken er sprake is van ‘vervangend werk’. En daar horen wat ons betreft passende regelingen bij en een goede juridische, sociale en financiële positie. De mantelzorger kan in de huidige ontwikkelingen niet als vogelvrij worden verklaard. Naast de discussie over de gewenst toekomstige inzet lijkt het ons ook op zijn plaats om met elkaar in gesprek te gaan over de werkelijke definitie van mantelzorg, de mate van inzet/vrijwilligheid en de wettelijke rechtspositie.
De mantelzorger van nu is echt niet meer die van vroeger. De gepensioneerden en thuisblijfmoeders van toen zijn nu een groeiende groep keihard werkende Nederlanders tussen de 40 en 65 jaar met vaak een eigen gezin, die omwille van naastenzorg hun werk en leven in moeten leveren. Een groep die geplet dreigt te worden tussen de verschillende toekomstvisies van de politiek. Mantelzorg is namelijk écht een probleem van ons allemaal. Kom dus alstublieft in actie en zet dit breed op de politieke agenda.
Marjolijn Bruurs en Margreet van der Voort
helemaal mee eens! Ik heb 37 jaar, ja onbetaald) gezorgd voor mijn broer met een verstandelijke beperking, die helaas 4 dec. j.l. is overleden en zorg nu voor mijn dementerende man op een gesloten afdeling in een tehuis. Natuurlijk te weinig personeel, dus meer taken voor de mantelzorger, want je wilt het beste voor je man en ja, dat is ook niet betaald werk. Ondertussen ben ik zelf flink ziek en 72 jaar en hou het niet meer vol, maar moet. Nu doet mijn dochter veel voor mij en haar bonusvader en dat is de enige!!!!! De rek is uit mijn elastiek, bij wie kan ik aankloppen?
Beste Grada,
Kan mij voorstellen dat de rek eruit is, het is allemaal niet niks waar u in zit.
Hopelijk voelt u zich hier een beetje thuis, wees welkom er is op het vrienden forum altijd wel altijd iemand om tegen aan te praten🫂