
Moeilijke gesprekken zijn soms de beste gesprekken
Eerder dit jaar werd bij mijn oma eierstokkanker in het laatste stadium geconstateerd. Ze kreeg te horen dat ze nog maar een paar maanden te leven had. Toen ze besefte dat ze nog maar weinig tijd had om orde op zaken te stellen, wisten de meesten van ons niet hoe ze moesten reageren. Natuurlijk waren we er allemaal kapot van dat we oma binnenkort zouden verliezen. We vroegen ons af hoe we haar konden helpen om de dagen die ze nog had zo prettig mogelijk te maken, met zo min mogelijk zorgen.
Wat me verbaasde was hoezeer mijn oma niemand tot last wilde zijn. Op haar typische manier maakte ze zich zorgen over hoe het met iedereen ging, wie haar begrafenis zou plannen, hoe mijn opa het zou redden nu hij alleen zou moeten leven. Ze zei nooit dat ze bang was om te sterven of dat ze zich zorgen maakte om zichzelf. Ze was alleen bezorgd om de andere mensen in onze familie.
We spraken met haar artsen, vroegen hen wat we konden doen om haar zorgen over wat er zou gebeuren als ze overleed weg te nemen. Alle artsen zeiden dat we alles van tevoren moesten plannen. Dus gingen we zitten en voerden een paar gesprekken waarvan we allemaal dachten dat ze moeilijk zouden zijn. Die gesprekken bleken het beste dat we hadden kunnen doen. We hadden het over:
De uitvaart
Het klinkt bizar om je eigen begrafenis te plannen, maar dat is wat de artsen voorstelden. Mijn oma ging met een paar familieleden om de tafel zitten om de details van de uitvaart uit te werken. Waar die gehouden zou worden, wie erbij betrokken zouden zijn en welke muziek er gespeeld zou worden. We bespraken waar ze begraven wilde worden en ze koos zelfs haar kist en de bloemen die ze wilde. Dit stelde haar op haar gemak omdat de rest van ons op die manier haar begrafenis niet hoefde te plannen en zij er zelf voor kon zorgen dat de familie er bij werd betrokken op de manier die zij graag wilde. We voelden ons allemaal beter, wetende dat we haar zouden eren op de manier die zij wilde.
De woonsituatie
Mijn opa en oma woonden zelfstandig in een appartement en mijn oma maakte zich natuurlijk zorgen dat mijn opa het moeilijk zou krijgen als hij plotseling alleen moest wonen. Na veel lange gesprekken met alle betrokkenen werd er besloten dat ze het appartement zouden verkopen en naar een woonzorgcomplex zouden verhuizen. Daar kon opa extra zorg krijgen bij de zorg voor zijn vrouw. Na haar overlijden zou hij daar blijven wonen, omringd door anderen in dezelfde levensfase. Door naar het woonzorgcomplex te verhuizen nog voordat mijn oma overleed, verliep zijn overgang soepel en hoefde hij niet zoveel grote veranderingen in één keer te verwerken.
De anderen
Net als elke oma maakte mijn oma zich voornamelijk zorgen over de anderen. Ze wilde nooit dat we verdrietig waren over haar situatie of dat we ons zorgen maakten. Dit weerhield ons er natuurlijk niet van om voortdurend aan haar te denken, dus maakten we duidelijk dat haar helpen absoluut geen last was. Het was iets dat we wilden doen, gráág wilden doen. We vroegen haar wat ze wilde dat we deden, en om daarover erg eerlijk te zijn. Wilde ze elke dag bezoek van iemand van de familie? Of vond ze dat te vermoeiend en gaf ze de voorkeur aan een paar bezoekjes per week? Wilde ze dat we elke avond om de beurt eten maakten voor haar en opa? Of wilde ze liever zelf blijven koken zolang het nog kon? Zo kwamen we erachter wat de verwachtingen waren en wat we voor haar konden doen.
Deze gesprekken, hoe moeilijk ze ook waren, bleken uiteindelijk het beste voor iedereen. Mijn oma had vrede met de door haarzelf gecreëerde situatie voordat ze overleed, en dat hielp ons om, op den duur, vrede te hebben met haar overlijden.
Door M. Henderson.
Dit bericht heeft 0 reacties