
Mevrouw van Gogh bevalt op haar verpleeghuisbed
‘Mevrouw van Gogh, nog even doorgaan. Het gaat goed zo!’
Mevrouw van Gogh ligt op bed. Het zweet op het voorhoofd. Haar gelaat rood aangelopen. En dit om 08.45 in de ochtend.
‘Je kunt het’. Ik wring mijn koude washandje uit en dep het op haar voorhoofd.
‘Je weet waarvoor je het doet Mevrouw van Gogh. Hou mijn hand maar vast. Je mag zo hard knijpen als je wilt’.
Mevrouw van Gogh begint hard te kreunen.
‘Concentreer je op je ademhaling. In en uit. In en uit’. Mevrouw van Gogh doet met mij mee.
‘Zal ik een zacht muziekje aanzetten? Om de aandacht wat af te leiden?’
Mevrouw van Gogh schudt driftig nee. ‘Hou je mond!’
‘Zal ik doen!’
Wat zit ik ook te bazelen. Ze levert een helse strijd en dan vraag ik of ik zachtjes de muziek zal aanzetten
‘Ik moet nog veel leren mevrouw van Gogh
Ik ben ook eigenlijk maar psycholoog, niemand heeft mij hierop voorbereid”.
‘Stil!’
‘Natuurlijk. Excuus’
En ook als psycholoog moet ik ook nog veel leren. Dat blijkt wel.
Mevrouw van Gogh woont sinds 3 maanden in dit verpleeghuis. En wordt bijna dagelijks bezocht door haar dochters. Die erg blij zijn met de zorg voor haar moeder.
Het huis blinkt dan ook uit in belevingsgerichte zorg. De verzorgenden zijn erg warm en liefdevol. Precies wat mevrouw van Gogh nodig heeft. Vooral nú.
‘Mevrouw van Gogh, schrik niet, ik ga even checken’. Ik schuif de deken een stukje van haar af
En dan zet ik mijn meest vrolijke gezicht op
‘Ja!! Mevrouw van Gogh, het is bijna zover’. Ik spring een gat in de lucht van opwinding. ‘Hou je vast’.
Mevrouw van Gogh kijkt gespannen naar mijn gezicht.
‘Hoeveel centimeter denk je van Gogh?’
8 ?
‘Nee, raad nog maar eens’
‘9?’
‘Ja 9 cm! Je bent er bijna. Geweldig, dat ik hier toch getuige van mag zijn. Op een doodgewone maandagochtend!’
‘Oké. Nu goed naar mij luisteren. Kijk mij even aan’.
Mevrouw van Gogh kijkt mij gespannen in de ogen. Ze kent dit belangrijke moment maar al te goed. Ze heeft 4 kinderen op de wereld gezet. 3 kerngezonde Hollandse kinderen en helaas één doodgeboren. De dochters spreken er af en toe over met elkaar. Hoe ze toch dat kistje, zo klein als een vioolkistje, het huis uitgedragen zagen worden.
‘Ik tel straks tot 3 en bij 3 gaat u persen, oké?’ Mevrouw van Gogh kijkt mij angstig aan.
‘U kunt het. Ik ben bij u. We doen dit samen’.
Ik veeg een traan van haar wang. ‘Kijk maar Nar mij’.
1, 2, 3… oké, mevrouw van Gogh, alles geven nu!
Mevrouw van Gogh kreunt en kreunt en kreunt. Ze kreunt of haar leven ervanaf hangt en dan is het zover. Snel grijp ik de pop van haar bed en leg hem op haar incontinentie broekje.
‘Ja! Gelukt. Mevrouw van Gogh! Een meisje.
Mevrouw van Gogh kijkt mij met grote ogen aan, smekend: is het goed? Is het goed? Alsjeblieft, zeg iets!’
Ik onderzoek de babypop met haar grote ogen en felroze wangen.
En dan geef ik haar die verlossende woorden; ‘ze is helemaal goed’.
Mevrouw van Gogh begint te huilen. Ze steekt haar armen uit en trekt het popje naar zich toe. Dan geeft ze het veel kusjes op het voorhoofd.
‘Oh lieverdje, klein klein lieverdje, lief klein meisje. Mijn kleine Roos’
Mag ik Roosje zeggen, vraag ik.
‘Ja, zegt ze vertederd en trots. ‘Pak jij de beschuit met muisjes?’
‘Staat al klaar’n zeg ik.
‘2 beschuitjes met roze muisjes. Een voor mij en een voor jou’
Omgaan met dementie. Het mooiste wat er is<3
𝗗𝗼𝗲 𝗺𝗲𝘁 𝗺𝗶𝗷 𝗺𝗲𝗲 é𝗻 𝗸𝗼𝗺 𝗻𝗮𝗮𝗿 𝗱𝗲 𝘃𝗲𝗲𝗹𝗴𝗲𝗽𝗿𝗲𝘇𝗲𝗻 𝗺𝘂𝘇𝗶𝗲𝗸 𝘁𝗵𝗲𝗮𝘁𝗲𝗿𝘀𝗵𝗼𝘄 ‘𝗗𝗮𝗴 𝗠𝗮𝗺𝗮’. 𝗩𝗮𝗻 𝗼𝘂𝗱𝗲𝗿𝗲𝗻𝗽𝘀𝘆𝗰𝗵𝗼𝗹𝗼𝗴𝗲𝗻 𝗲𝗻 𝘁𝗵𝗲𝗮𝘁𝗲𝗿𝗺𝗮𝗸𝗲𝗿𝘀. 𝗭𝗲 𝗵𝗲𝗲𝗳𝘁 𝗮𝗹 𝟯𝟬𝟬.𝟬𝟬𝟬 𝗺𝗲𝗻𝘀𝗲𝗻 𝗴𝗲𝗵𝗼𝗹𝗽𝗲𝗻 𝗶𝗻 𝗱𝗲 𝗼𝗺𝗴𝗮𝗻𝗴 𝗺𝗲𝘁 𝗱𝗲𝗺𝗲𝗻𝘁𝗶𝗲. 

Dit bericht heeft 0 reacties