Mariette blogt exclusief vanuit het buitenland – Met een gebedje wordt de was niet gedaan

Ik was 17 toen de mantelzorg begon. Mijn moeder bleek borstkanker te hebben. Mijn vader werkte ‘savonds, dus hij zorgde overdag voor mijn moeder. Hij ging met haar naar de dokter, het ziekenhuis, bleef bij haar tijdens chemokuren en alle andere zaken die overdag plaatsvonden. Ik nam het over als ik uit school kwam. Avondeten, huiswerk, mamma en mijn jongere broers helpen, als ik geluk had lag ik tegen middernacht in bed. De volgende dag vroeg op, en dan begon alles weer van voren af aan. Voor zover ik me kan herinneren waren er in de jaren ’70 geen organisaties waar je terecht kon voor hulp.

In mijn domme 17-jarige hoofd dacht ik dus dat familieleden wel zouden helpen. Mega vergissing. Mijn familieleden wilden niks horen over mijn moeder of de stress waar we mee te maken hadden en helpen wilden ze al helemaal niet. En dan de opmerkingen die ze maakten: “Je doet het verkeerd. Je moet meer je best doen. Wat begrijp je nou niet?” Soms bleven ze maar praten over hun vakanties, de restaurants waar ze naar toe gingen, de sportwedstrijden waar ze heengingen en andere leuke dingen die ze hadden gedaan of gingen doen.

Wij waren moe, uitgeput en hadden behoefte aan een pauze, gewoon even niks. Hee, familieleden, wat dachten jullie ervan om mijn moeder eens op te zoeken, met haar te praten, even bij haar te zitten zodat mijn vader en ik eindelijk konden uitrusten? Kunnen jullie misschien even boodschappen doen, wat eten brengen of een lading was doen misschien? Kunnen jullie wat tijd met mijn jongere broertjes doorbrengen, ze meenemen naar een voetbalwedstrijd, naar een restaurant, kunnen ze een nachtje bij jullie logeren en met hun neven en nichten spelen? Een keertje naar de film …?

De kerk bood ook geen troost of hoop —“We zullen voor jullie bidden”— en de docenten op de middelbare school wilden er niks mee te maken hebben. Misschien probeerde ik teveel om hulp te krijgen maar het enige dat ik weet is dat mijn directe familie op instorten stond door de stress van de mantelzorg en niemand wilde dat horen uit de mond van een 17-jarig meisje. De uitputting had emotionele zombies van ons gemaakt. Ik wilde alleen nog maar slapen, rusten en relaxen. Een welverdiende rustpauze. Dat wilden we allemaal. Waarom luisterde niemand naar ons?

Deze ervaring heeft zeker invloed gehad op de keuzes die ik in mijn leven heb gemaakt: vanwege de stress en het feit dat niemand zich zorgen maakte over mij en mijn welbevinden besloot ik om geen kinderen te krijgen. In mijn hoofd betekende het krijgen van kinderen alleen dat ik de ene vorm van zorg inruilde voor een andere. Ik ontwikkelde ook een soort ongevoeligheid: toen ik hoorde dat sommige familieleden, 50 jaar en ouder, met mantelzorg te maken kregen, voor hun zieke of oude ouders zorgden en klaagden hoe moeilijk en zwaar dat was, was mijn eerste gedachte: “Ja, en? Zit je te wachten op de dramatische muziek ofzo?” Het kon me gewoon niet schelen. Onlangs, toen ik er dan wel over wilde praten zei iemand tegen me dat niemand daar op zit te wachten.

Ik betwijfel zelf dat dit door iemand wordt gelezen want het is een negatief verhaal. Het was een negatieve ervaring. Er was niemand waar ik voor hulp en steun terecht kon, niemand waarmee ik kon praten over mijn overweldigende gevoelens van stress en uitputting zonder beoordeeld te worden en behandeld te worden alsof ik alles verkeerd deed wat betreft de zorg.

Als er iemand is die zeventienjarigen kent met het emotionele vermogen om van de ene op de andere dag zonder probleem als mantelzorger door het leven te gaan, dan hoor ik dat graag.

-De schrijfster wil anoniem blijven-

is vertaalster, musicus en werkt als taalcoach voor Rosetta Stone. Ze woont en werkt in Florida, in de Verenigde Staten.

Dit bericht heeft 0 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Back To Top