
Jonge kinderen met complexe zorgvraag zijn speelbal van indicatiestellers

Jonge kinderen met een complexe zorgvraag worden bij de indicatiestelling van het kastje naar de muur gestuurd. Ze worden ‘heen en weer gepingpongd tussen het CIZ, gemeenten, zorgverzekeraars en Jeugdzorg’. Dat constateert Ieder(in). Zorgvisie schreef er een helder stuk over.
Om toegang te krijgen tot de Wet langdurende zorg (Wlz) moet worden aangetoond dat er permanent toezicht nodig is. Als het echter gaat om permanent toezicht vanwege lichamelijke problematiek, dan horen kinderen jonger dan 18 jaar volgens de regels thuis in de intensieve kindzorg. Dat valt onder de Zorgverzekeringswet (Zvw). Maar zorgverzekeraars verwijzen door naar de Jeugdwet als het gaat om zeer complexe handicaps die blijvend zijn. Gemeenten kopen intensieve zorg voor verstandelijk gehandicapten echter niet in, omdat met het ministerie van VWS was afgesproken dat die naar de Wlz zou gaan. ‘Kinderen met complexe problematiek krijgen moeizaam toegang tot de Wlz. Wij vragen ons af of de huidige uitvoeringspraktijk beoogd is toen de Wlz werd ontworpen’, zegt Dorien Kloosterman van de cliëntenvereniging Ieder(in). ‘Kinderen worden heen en weer gepingpongd tussen de Wlz, Zvw en de Jeugdwet. De indicatiestelling is zo ingewikkeld geworden.’
‘Vergeten groep’ geïndiceerden
Ieder(in) schat dat het om ruim 6.000 kinderen gaat. Ze behoren tot de zogeheten‘vergeten groep’ geïndiceerden. Deze groep van 14.000 zorgvragers was vergeten bij de Wlz. Staatssecretaris Martin van Rijn van VWS heeft hen in 2014 alsnog voorlopig toegang gegeven tot de Wlz. Die voorlopige toegang geldt tot eind dit jaar. In de tussentijd beoordeelt het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) wie van deze groep echt toegang heeft tot de Wlz. Mensen die zich van het kastje naar de muur gestuurd voelen, kunnen zich melden bij het Juiste Loket, dat Ieder(in) samen met budgethoudersvereniging Per Saldo runt. Kloosterman constateert dat er grote verschillen zijn in de manier waarop de indicatiestellers bij het CIZ, zorgverzekeraars en gemeenten de regels toepassen. ‘De ene indicatiesteller stuurt sneller door dan de andere. Ik krijg casuïstiek onder ogen waarvan ik denk “dat is kat in het bakkie” en die worden toch afgewezen. Het hangt er maar net van af met welke indicatiesteller je te maken krijgt. Er zou eigenlijk een onafhankelijke commissie moeten zijn die doorzettingsmacht heeft over alle zorgdomeinen. Een super-indicatiesteller die bepaalt wie er betaalt, gemeenten, zorgverzekeraars of het Rijk. Maar dat ligt politiek gevoelig, omdat dit de beleidsvrijheid van gemeenten en zorgverzekeraars aantast.’
Nieuwe instroom kinderen
Met name de nieuwe instroom heeft het volgens Kloosterman moeilijk. Zij hebben een vergelijkbare problematiek als de kinderen uit de ‘vergeten groep’, maar zij ontvangen geen vergoeding uit de Wlz. ‘Ik zie schrijnende gevallen langskomen. Gisteren nog ouders van een kind van 1,5 jaar met een ernstige afwijking aan een chromosoom. Het jongetje is doof, blind en heeft waarschijnlijk een verstandelijke handicap. Het CIZ stuurt hun door naar de Wlz en de verzekeraars weer naar de Jeugdwet. Ze krijgen nu een heel klein beetje geld uit de Jeugdwet, maar dat is lang niet genoeg.’
Kamer botst met Van Rijn over toegang Wlz
Het CIZ moet uiterlijk 1 juli klaar zijn met de indicatiestelling van de vergeten groep. ‘Het CIZ schat in dat 7 procent van hen toch geen toegang krijgt tot de Wlz. Wij denken dat dit percentage hoger zal zijn.’ De Kamer botste begin maart met Van Rijn over de interpretatie van de nieuwe regels voor toelating tot de Wlz. Mensen die op een alarmknop kunnen drukken en drie uur op hulp kunnen wachten zonder daar ernstig nadeel van te ondervinden, kregen tegen de wens van de Kamer een afwijzing voor de Wlz. Van Rijn heeft de Kamer toegezegd dit nader te onderzoeken. Daarnaast nam de Tweede Kamer vorige week een motie aan die oproept om de afwegingscriteria voor de Wlz voor kinderen nader te onderzoeken.
Bron: Zorgvisie
Dit bericht heeft 0 reacties