Jij bent vast de mantelzorger…
Van de week zag ik een leuk stelletje in de krant. Zij een knappe meid, blond lang haar, frisse oogopslag. Hij een leuke jongen, donker koppie, scheve glimlach. Alleen: hij zit in een rolstoel. En niemand gelooft dat zij zijn vriendin is. Niks meer en niks minder.
Het artikel (in de Britse krant Metro) gaat vervolgens in op alle vragen en misverstanden die het koppel op dagelijkse basis beleeft: ‘Jij bent zeker zijn verpleegster”, vragen wildvreemden. En “Ben je gezellig met je zus op stap?” – als de twee gezellig in een restaurantje zitten te eten. Alsof mensen zich niet kunnen voorstellen dat ze een relatie hebben. Dat ze voor elkaar gekozen hebben, ook al zit één van hen in een rolstoel en de ander niet.

Shane Burcaw, de jongen in de rolstoel, houdt een fijne blogsite bij over zijn leven met een handicap (Laughing at My Nightmare). Daarop vertelt hij over zijn leven met met musculaire atrofie, over zijn interesses en vrienden en over de mantelzorg die hij krijgt. En met groot succes, want hij heeft een half miljoen volgers en hij haalt veel geld op voor onderzoek. Geen centje pijn voor deze stoere gast. Alleen kunnen mensen maar moeilijk geloven dat hij gewoon een vriendinnetje heeft.
En zij zal hem vast wel eens bij het een of ander helpen – maar ze is geen full time mantelzorger. Ze houdt van hem en wil met name leuke, fijne dingen met hem doen.
Dat zet me aan het denken. Alle mantelzorgers hebben – naast hun vaak zware zorg voor een dierbare – ook nog een ándere, misschien veel belangrijkere relatie met hun zorgvrager. Ze zijn dochter of zoon, moeder of vader, partner, buur of vriend. En wat anderen ook van je denken, als jij die zorgtaak uitvoert, jij voelt jezelf écht niet (alleen maar) verzorgende. Je bent en blijft vooral dat andere. Waar het allemaal mee begon. En straks, als het zorgen om wat voor reden dan ook ophoudt, kun je terug naar alleen die relatie.
Dit bericht heeft 0 reacties