
Hoe het verder gaat..
Er is toch een voorlopige tussenoplossing gevonden voor de transfers van mijn eega op zijn kamer.
Ik ben op bezoek als een verpleegkundige dat komt bespreken.
Als hij volledig afhankelijk zou zijn van de passieve lift, dan zou dat ook betekenen dat hij niet meer naar het toilet zou kunnen, en die mogelijkheid willen ze toch zo lang mogelijk nog in stand houden.
Uit bed en in bed gaat nu met de passieve lift, en naar het toilet met de actieve lift.
Ik vind dit een goede tussenoplossing, en dat zeg ik ook tegen de verpleegkundige.
Mijn eega zegt niks.
Wanneer zij weg is, zeg ik nogmaals dat ik het een goede tussenoplossing vind, maar hij is het nog teveel uit het lood geslagen om er ook zo over te denken, en hij doet er het zwijgen toe.
Ik laat hem maar.
Begin van de volgende avond belt hij mij op, en ik vraag of hij al in bed ligt, want meestal is dat dan ook zo.
Hij zegt dat hij er nog niet uit is gehaald.
Hmm…ik vraag of hij soms een epileptische aanval heeft gehad, maar dat spreekt hij tegen.
Ik zeg dat hij er dan toch wel uit zal zijn geweest, en dan bevestigt hij dat, maar hij blijft wat vaag en ik vermoed dat hij in de war is.
De dagen daarna blijft het rustig via de telefoon, want hij belt zelf helemaal niet meer.
Voorheen kon hij meerdere keren per dag bellen, dus dit is dan wel het andere uiterste.
Ik bel zelf ook maar even niet, want zijn hoofd zal er niet naar staan, denk ik.
Ik vraag me af of ik er goed aan doe om dit bespreekbaar te maken als ik hem weer zie, maar ik wil het eigenlijk ook niet zo laten.
Als ik hem ernaar vraag reageert hij verbaasd. Hij had er gewoon niet aan gedacht.
Ik zeg dat ik hem bewust ook even niet heb gebeld, om hem te ontzien.
Ik vraag hoe het nu met hem gaat, of hij goed slaapt, of hij nog wel ergens van kan genieten.
Zijn hele houding geeft eigenlijk al het antwoord, en hij zegt dat hij ‘s nachts wakker ligt van zijn eigen gepieker, dat hij zich somber voelt, en dat hij nauwelijks nog ergens van kan genieten.
Ik zeg dat ik ook zijn grapjes mis, maar dat ik goed kan begrijpen hoe hij zich voelt.
Hij zegt dat hij een stapje dichterbij de dood is nu.
“Dat hoeft niet zo te zijn”, probeer ik hem een beetje op te beuren, “want je kan wel een sterk hart hebben.”
Uiteindelijk zal de dood een keer om de hoek komen kijken, ja, maar wanneer?
Dit laatste denk ik dan, maar dat zeg ik niet tegen hem.
Laatst vroeg iemand aan mij of ik dat wel ging trekken, als hij er echt niet meer zou zijn..
Moeilijke vraag natuurlijk, want dat weet je niet van te voren.
Ik zal hem zeer zeker missen, maar ik moet nu ook al in mijn eentje sterk zijn..
Na mijn scheiding, ruim tien jaar geleden, toen heb ik psychisch de bodem van de put wel gezien en die vol geraakt.
Men zegt weleens dat je er sterker uit komt, en ik denk dat dat ook zo is.
Ik weet inmiddels ook hoe dat werkt, zo’n proces, met betere en mindere dagen, en ik heb wat “handvatten” verzameld door middel van studies daarna.
Ook het schrijven van deze blogs heeft mij geholpen, en niet te vergeten de soms hartverwarmende reacties die ik daarop krijg.
De vraag van iemand of ik zelf bij mensen terecht kan met mijn “verhaal”.
Ja, die zijn er, al moet je het uiteindelijk toch zelf doen, maar het helpt wel.
Maatschappelijk werkers hebben al in een vroeg stadium benadrukt dat ik ook voor mijzelf moest zorgen, en inmiddels lukt dat aardig.
Ik heb nu meer sociale contacten dan vroeger, al ben ik ergens ook nog steeds die “einzelgänger”, maar ik hoef niet alleen te zijn als ik dat niet wil, en het is fijn dat die keuze er is.
Dit bericht heeft 0 reacties