
Het gaat mis …
Het is dinsdagochtend 6 maart en het zonnetje doet z’n best, de kou lijkt uit de lucht te zijn. Ik neem een extra muts en sjaal mee, straks maar even lekker in het zonnetje uit de wind zitten met E.
Het gaat mis …
Als ik op haar kamer kom ben ik verbaasd haar niet in haar stoel te vinden maar ineengedoken op bed onder haar ochtendjas. Ze voelt zich beroerd … ik schrik want zo heb ik haar nog nooit gezien!
Ik neem contact op met de verpleging en overleg met hen over het hoe en wat. Het blijkt dat ze al een paar dagen niet meer wil eten. Dít heb ik niet zien aankomen. Vorige week en zélfs zaterdag nog, was ze vrolijk en vertelde ze weer in de eetzaal te eten (ja want dat heb ik jou beloofd te doen en dus doe ik dat ook) wat ze nu als gezellig betiteld.
In overleg besluiten we de huisarts te laten komen en ik blijf bij E. Ze wil alleen maar mijn hand vasthouden, een slokje water (waar ze om kan vragen alsof ze uren in de woestijn gelopen heeft en totaal uitgedroogd is) en steeds een wipje van haar billen om lekkerder te liggen. Haar rug en benen doen gruwelijk veel pijn en bijna niets lijkt te werken.
De verzorging van E is nu ineens anders. Het is nu alsof ik voor een kind aan het zorgen ben, geruststellen, troosten en over haar rug wrijven (dat vind ze trouwens heerlijk, mijn -volgens haar- magische handen geven verlichting van de pijn) en af en aan lopen met glaasjes water en natte washandjes. Verder is ze nauwelijks aanspreekbaar en ze slaapt veel.
Huisartsbezoek nummer zoveel
Als de huisarts van E komt wordt ze helemaal nagekeken en de opdracht voor bloedafname gegeven want helaas kan de huisarts op dit moment niet ontdekken wat er aan de hand is. Hieruit blijkt dat de medicijnen wat aangepast moeten worden en die opdracht wordt uitgevoerd.
Met mijn signaal dat ze niet goed ruikt kan de huisarts helaas niet veel. De aceton lucht wijst normaliter op een té hoge bloedsuiker (onontdekte diabetes dus) maar die van haar is goed. Misschien ruikt ze zo omdat ze aan het uitdrogen is maar dát ruikt anders. Ik voel me niet helemaal serieus genomen maar besluit dit los te laten … althans, voor nu.
Dan is het tijd dat ik écht naar huis moet, T komt bijna thuis van sporten en dan moet er wel gegeten worden ook. E raakt in paniek als ik zeg dat ik moet gaan, maar als ik haar uitleg waarom ik moet gaan dan is het goed. Mijn belofte dat ik er morgenochtend weer zal zijn is voldoende om een glimlach op haar gezicht te toveren.
Tranen
Ik ga naar huis terwijl de tranen zich een weg proberen te zoeken over mijn wangen. Tranen die ik driftig wegveeg als ik bijna thuis ben omdat ik niet wil dat T ze ziet … dan moet ik hem namelijk vertellen dat het écht niet goed gaat met de buurvrouw en dat wil ik niet, níet nu.
Ongerust sluit ik uiteindelijk mijn dag af en bid dat het goed mag komen gedurende de nacht … dat er niet geluisterd wordt of dat mijn definitie van goed anders is moet nog blijken …
[…] ze mij ziet begint E te huilen dat ze zich zó beroerd voelt, nog erger dan gisteren. Ik vraag waarom ze dan haar bed uit is gekomen vandaag en dan hoor ik dat ze er uit moest en in […]