
De lockdown van verpleeginstellingen is een schijnveiligheid!
Via de hulplijnen van Mantelzorgelijk krijg ik steeds meer signalen van een grote groep intens verdrietige, machteloze en bezorgde mantelzorgers van bewoners in zorginstellingen in lockdown. Wat blijkt? De communicatie vanuit de zorginstellingen naar mantelzorgers en familieleden is in veel gevallen bizar slecht. Er zijn grote zorgen of men dierbaren nog wel levend terugziet. Of hun dierbaren nog wel de juiste zorg ontvangen. En of zij het wel redden zonder de liefde en steun van hun partners of kinderen. Maar sinds afgelopen dagen is er een grote zorg bijgekomen: Besmetting van het Covid-19 virus in de zorginstellingen!
Ondanks mijn begrip voor de maatregel van de lockdown van huizen waar kwetsbare mensen wonen, krijgen wij nu ook signalen dat er steeds meer uitbraken van Covid-19 in de instellingen voorkomen. Dus ook zonder mantelzorgers! Niet zo vreemd als je bedenkt dat deze zorginstellingen, tot voor kort, niet onder de maatregel van beschermende middelen voor personeel vielen. Alleen in het geval van verdenking van het Coronavirus komen er standaard mondmaskers, schorten en handschoenen aan te pas.
Maar dat niet alleen. Op social media zwerven beelden van beeld-bellende activiteitenbegeleiders wang aan wang met een cliënt. Van vrolijk dansende verzorgenden hand in hand met de bewoners. Geen 1,5 meter afstand en onbeschermd. Dit zijn allemaal mensen die na hun dienst de panden verlaten en gewoon in de buitenwereld verder gaan met hun leven. Terecht natuurlijk, maar hoe weten wij zeker dat zorgpersoneel niet in aanraking komt met mogelijk besmette mensen en op deze manier het Covid-19 virus de verpleeghuizen in brengt en verspreidt?
Hoe veilig zijn al onze kwetsbare dierbaren dan nog?
Dan heb ik het nog niet eens over de menselijke maat van deze maatregel. Want waar is die in dit hele verhaal? Alle mantelzorgers voor kwetsbare familieleden in verpleeghuizen die onze hulplijnen bellen zijn intens verdrietig. Dat kan ik me persoonlijk zo goed voorstellen, na jarenlang – eerst thuis en daarna in een verpleeghuis – voor een vader met Alzheimer te hebben gezorgd.
Stel je eens voor: Ineens krijg jij op een dag de zorg voor je partner, vader of moeder in je schoot geworpen. Zeker met een vorm van dementie is die mantelzorg zó enorm intensief. Jaren modder je in een thuissituatie aan met die zorg. Intussen is alles wat er in de thuissituatie aan ondersteuning en regelingen bestond zo’n beetje wegbezuinigd. Je staat er in wezen alleen voor en hebt een zware en verantwoordelijke taak op je schouders rusten. Tot na jaren ineens het moment komt dat je dat niet meer blijkt vol te kunnen houden. Het wordt onveilig voor de persoon waar je voor zorgt én voor iedereen daaromheen.
Indicaties worden aangevraagd en dan komt na tijden wachten de dag dat je je dierbare naar een zorginstelling moet brengen. Dat is verdrietig, voelt als verraad naar je dierbare toe en een enorm schuldgevoel bekruipt je. Maar je blijft bedenken dat deze verhuizing alleen maar voor bestwil en veiligheid van je dierbare is. Je gaat elke dag of meerdere keren per week op bezoek in de zorginstelling. Je ondersteunt de verzorgenden waar nodig. Je zingt, neemt lekkers mee, kookt, verzint een leuke activiteit maar bovenal breng jij als mantelzorger rust bij je dierbare en je omringt hem of haar met alle broodnodige liefde die je in je voelt. Geeft hem of haar een gevoel van geborgenheid en veiligheid.
Na een tijdje besef je dat je in die laatste fase van het leven van je dierbare ook af en toe weer even partner of kind kunt zijn. Dat je de zware zorg deelt met al die hardwerkenden en lieve verzorgenden. Dat zij een beroep op jou als mantelzorger kunnen doen, als het even niet zo lekker gaat in de zorg voor jouw familielid. Langzaam word je onderdeel van die kleinschalige woongroep en ga je je er thuis voelen.
Totdat dit akelige Covid-19 virus zijn intrede doet en er een lockdown op zorginstellingen komt. Ineens doe jij er als mantelzorger en familie niet meer toe. Je mag vanwege de veiligheid niet meer naar binnen. Je ziet elkaar nu al weken, misschien nog wel maanden, niet en je bent intussen compleet afhankelijk van schaarse (beeld)telefoontjes en kille, zakelijke informatiebrieven vanuit de zorginstellingen. Maar de wetenschap dat je geen onderdeel meer kan zijn van de laatste levensfase van je dierbare is misschien nog wel het ergste aan dit hele verhaal. Wie geeft nu liefde en de extra aandacht aan jouw dierbare? En zie je elkaar ooit nog levend terug? Dit is een traumatische ervaring voor mantelzorgers en hun dierbaren. Met alle gevolgen van dien.
Want hoe humaan en veilig is de lockdown van verpleeghuizen en instellingen eigenlijk? Moeten we de huidige schijnveiligheid echt voor laten gaan op kwaliteit van leven?
Veel vragen, weinig antwoorden. Niet vanuit de overheid en niet vanuit de bestuurders van zorginstellingen. Juist nu – in deze Covid-19 crisis – komt schrijnend naar voren hoe het deze mantelzorgers vergaat.
Laten we deze groep mensen in godsnaam niet vergeten.
Laat ze hun zorg afmaken.
Laat ze hun dierbaren begeleiden in hun wellicht laatste levensfase.
Laat ze hun dierbaren met al hun liefde omringen en koesteren, zolang het nog kan.
Laten we de menselijke kant niet vergeten.
Laat ze (beschermd) toe in verpleeghuizen!
Er zijn amper genoeg beschermende materialen voor zorgmedewerkers.