
Bezuiniging op huishoudelijke hulp blijkt juist nadelig te werken.
Jullie hebben het in de zorg voor je dierbare ongetwijfeld aan de hand gehad het afgelopen jaar: Veel gemeenten bezuinigden op zorgkosten door te korten op huishoudelijke hulp en andere ondersteuning aan huis. Wat blijkt nu? Het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) deed onderzoek en juist bezuinigingen op lichte zorgkosten en ondersteuning blijkt zeer nadelig te werken bij het terugdringen van de zorgkosten.
Wanneer bijvoorbeeld niet meer voor lichte huishoudelijke hulp wordt gezorgd, neemt de vraag naar duurdere zorg als wijkverpleging (thuiszorg) en verpleeghuiszorg toe. Dit soort maatregelen zorgt onderaan de streep dus juist voor hogere zorgkosten. Want het wegvallen van bijvoorbeeld huishoudelijke hulp kan lang niet altijd opgevangen worden door mantelzorgers, of door zelf betaalde hulp van de zorgvrager. Volgens het rapport van het SCP zijn juist lichte vormen van hulp en ondersteuning essentieel om als mantelzorger de zorg voor een dierbare in een thuissituatie vol te houden en de zorgvrager langer thuis te kunnen laten wonen.
In het rapport staat te lezen:
“Als huishoudelijke hulp vanuit de Wmo niet meer beschikbaar zou zijn, zouden er vermoedelijk 15.000 mensen extra op verpleeghuiszorg zijn aangewezen. Het faciliteren van huishoudelijke hulp verkleint echter niet alleen de noodzaak voor opname in een verpleeghuis, maar ook de noodzaak voor het gebruik van duurdere wijkverpleging. Deze wijkverpleging is voor 47.000 mensen die nu huishoudelijke hulp gebruiken het meest voor de hand liggende alternatief mocht die huishoudelijke hulp wegvallen.
De gevolgen voor verpleeghuiszorg van niet beschikbaar zijn van wijkverpleging zijn groter. In dat geval zouden bijna 55.000 mensen extra zijn aangewezen op verpleeghuiszorg. Deze mensen vormen een kwetsbare groep: ze zijn vaak 85-plus, voor een groot deel verweduwd en hebben ernstige lichamelijke beperkingen. Met een combinatie van verschillende vormen van formele en informele hulp kunnen zij nog net zelfstandig wonen, maar zij zitten tegen de grens van een verpleeghuisopname aan. Daarnaast blijkt dat een hoger psychisch welbevinden, bijvoorbeeld door meer in te zetten op welzijnsvoorzieningen, samengaat met een verminderde vraag naar begeleiding vanuit de Wmo.
Het wegvallen van huishoudelijke hulp kan lang niet altijd worden opgevangen door informele of zelf betaalde hulp. Wanneer huishoudelijke hulp wegvalt, krijgt een fors deel van de mensen die dat treft vermoedelijk helemaal geen zorg en ondersteuning meer. Het aandeel mensen dat geen zorg en ondersteuning meer zou ontvangen bij het wegvallen van huishoudelijke hulp is 42% en bij wijkverpleging 27%.
Het onderzoek toont aan dat de beschikbaarheid van mantelzorg voor mensen die daarnaast geen andere hulp ontvangen (40% van alle ontvangers van mantelzorg) een belangrijke factor is bij het voorkomen van publiek gefinancierde zorg en ondersteuning. Wanneer deze mantelzorg niet (meer) beschikbaar zou zijn, is een kwart van deze groep aangewezen op publiek gefinancierde zorg en ondersteuning. Mede in het kader van de financiële houdbaarheid van de zorg en ondersteuning is het dus van belang om mantelzorgers zo goed mogelijk te ondersteunen.” Bron:SCP
Dat laatste is dan weer een mooie aanvulling op het Mantelzorg Manifest en onze petitie zou ik zeggen! (De petitie kun je trouwens nog steeds ondertekenen via deze link: https://petities.nl/petitions/overheid-praat-met-mantelzorgers-en-niet-over-mantelzorgers?locale=nl )
Dit bericht heeft 0 reacties