Begeleiden, een vak apart
Begeleiden. Het klinkt zo gemakkelijk – en veel mensen die er niet voor zijn opgeleid doen het ook “met gemak”. Maar een verkeerde aanpak kan veel schade toebrengen aan een cliënt die zich kwetsbaar opstelt. Niet voor niets duurt een opleiding op niveau 4 SPW (tegenwoordig MMZ) drie jaar. En daar kun je de HBO variant, die eveneens drie jaar duurt, nog bij doen. Begeleiden is een vak, niet een bijzaak! Hieronder een korte uitleg van een van de belangrijkste onderdelen van begeleiden. Let wel, er is nog veel meer wat je moet leren als je een goede begeleider wilt worden. Deze opleiding vallen niet samen te vatten in 1 A4tje.
Een cliënt met een doel
Wanneer een cliënt begeleid wordt, stel je doelstellingen op. Deze doelen moeten altijd vanuit de cliënt zelf komen. Wanneer er een idee ontstaan is wat men wilt bereiken zal je als begeleider hier open voor moeten staan. Ook als je denkt te weten dat een cliënt hier niet toe in staat is of nog niet aan toe is. Het is belangrijk dat de cliënt hier zelf achter komt en niet door jou als begeleider in een hokje wordt geplaatst. Wel kan je open vragen stellen over dit gekozen doel, maar let daarbij altijd dat de vraag niet alleen in tekst maar ook in houding en toon open is!
Actieplan maken om het doel te bereiken
Een actieplan bestaat uit een aantal factoren die hieronder staan beschreven. Dit proces is een leerproces voor de cliënt en belangrijk om de doelstelling te kunnen behalen en of bij te stellen.
1.Doelstelling SMART verwoorden
• Specifiek
• Meetbaar
• Acceptabel
• Realistisch
• Tijdgebonden
- De motivatie waarom de cliënt het doel wilt bereiken vaststellen
- Tijdspad afspreken waarin de diverse acties worden ondernomen en door wie
- De omgevingsfactoren bekijken, waar kan de cliënt ondersteuning vinden voor het doel?
- Subdoelen maken indien nodig, wat is er voor nodig om het hoofddoel te behalen?
Onrealistische doelen
Soms denk je als begeleider te weten dat een bepaald doel niet behaald zal worden. Vanuit een netwerk kunnen ook onbereikbare doelen worden aangedragen omdat men zo graag iemand gelukkig wilt zien. Het netwerk van de cliënt zal vaak vanuit eigen emotie reageren op doelen en dat is voor een cliënt lang niet altijd even prettig of wenselijk. Een open onbevooroordeelde houding van de begeleider ten opzichte van de cliënt is nodig om, wanneer dit doel daadwerkelijk niet gehaald wordt, de cliënt open te laten staan om de redenen waarom een doel niet behaald is te onderzoeken met de begeleider en hiervan te leren.
Blijf objectief wanneer een doel niet realistisch is (let wel, in jouw ogen, mogelijk niet die van de cliënt!). In plaats van dit doel af te raden en beren op de weg te zetten kan je als begeleider het beste open vragen stellen met een open houding. Laat de cliënt zelf bepalen of hij van een doel af wilt zien of hem bij wilt stellen, daag hem uit zo objectief en realistisch mogelijk naar de situatie te kijken.
Begeleiding wanneer een doel niet behaald wordt
Wanneer een doel niet behaald wordt zal de omgeving hard nodig zijn om te zorgen dat deze negatieve ervaring ook positieve effecten heeft. Dat de cliënt er van leert, ziet wat hem wel gelukt is en onthoudt dat hij iets had wat hem kracht en energie gaf, de wil geeft om in de toekomst een ander doel te vinden die hem dezelfde passie geeft.
Ga samen praten en maak met de cliënt een verslag van deze periode zodat dezelfde “fouten” niet nogmaals gebeuren. Stel dit verslag zo neutraal mogelijk op maar zorg er tegelijkertijd voor dat (mits naar waarheid) voorop staat dat deze periode ook positieve momenten heeft opgeleverd, men iets heeft geleerd.
De manier van communiceren met je cliënt stelt een begeleider in staat om de cliënt effectief te kunnen begeleiden. Wanneer je beroepshouding niet in orde is, is de kans dat je schade toebrengt in dit soort kwetsbare processen groter dan dat je de cliënt daadwerkelijk geholpen hebt. Bij bijvoorbeeld onvoldoende steun, teveel dwang, te kritisch zijn of te veel een eigen oordeel / idee toe voegen verstoor je het leerproces en de relatie met je cliënt. Dit kan leiden tot minderwaardigheid gevoelens, onzekerheid en zelfs depressiviteit bij de cliënt.
Dit bericht heeft 0 reacties