
Anders leren vasthouden
Eén van de thema’s waar ik met mijn psycholoog dit jaar aan heb gewerkt, is loslaten om anders te leren vasthouden. Loslaten van NAH als dé pijler waar alles in mijn leven om draaide. Loslaten van kanker om niet in het drijfzand van angst kopje onder te gaan. En loslaten van een oude droom om ruimte te creëren voor nieuwe dromen.
Het NAH van mijn lief zal natuurlijk altijd onderdeel blijven van mijn leven. Ik zal ook altijd mee blijven bewegen met de flow van NAH en het ritme van mijn lief. En ook de mantelzorg voor mijn lief blijft. Net als mijn liefde voor hem. Wat ik met vallen en opstaan echter steeds beter leer, is om ook naar mijzelf te luisteren. Niet altijd ja te zeggen tegen NAH, maar ook lief te zijn voor mijzelf. Het bijzondere is dat het anders vasthouden van NAH er juist voor zorgt dat er – op een goede manier – weer wat meer ruimte voor NAH lijkt te komen
Mijn kanker bracht twee jaar geleden een nieuwe rollercoaster. Eentje waarin ik bij iedere controle opnieuw met het karretje omhoogging om met een noodvaart naar beneden te storten. Tussen de controles door vinkte ik met regelmaat een schroevendraaierbocht of dubbele looping af. Tot ik begin dit jaar besloot dat ik nu wel lang genoeg in de achtbaan had gezeten. Dankzij mijn psych en een hele empathische nieuwe arts in het ziekenhuis is het mij gelukt om anders met mijn angst om te leren gaan. Het is er nog wel, het mag er ook zijn, maar kanker en angst overheersen niet meer mijn hele denken en doen. Het komt en het gaat nu in golfbewegingen.
Het loslaten van mijn droom vergde behoorlijk wat meer hersenwerk. Ik was denk ik een jaar of 8 toen ik voor het eerst met mijn ouders naar Frankrijk op vakantie ging. In de jaren die volgden ontdekten we steeds een ander deel van Frankrijk. De ene keer stonden we op een camping aan zee, dan weer in de bergen of aan een meer. Heerlijk vakanties die mij besmet hebben met het “Frankrijk virus”. Niet gek dus dat ik als jong meisje droomde over een eigen huisje, wit met lavendelblauwe luiken, in een lieflijk Frans dorpje. Met een tuin vol lavendel, zonnebloemen en zacht zoemende bijtjes. Zoals dat gaat met kinderdromen, vervaagde ook mijn droom naarmate ik opgroeide en volwassen werd.
Tot ik in Henk een partner trof die mijn liefde voor Frankrijk deelde. Tijdens onze vakantie in de Auvergne in 2010 werden we op slag verliefd op het landschap, de dorpjes en de mensen. Een jaar later kochten we er zelf een huis. We brachten er al onze vakanties door, deden onderhoud, klusten wat in en om het huis, ontdekten de regio, struinden over brocantes, leerden buren en vrienden kennen en vermaakten ons tijdens uren durende apéro’s en etentjes. We droomden steeds vaker over een toekomst in Frankrijk en schreven zelfs al voorzichtig aan een businessplan voor de start van een eigen bedrijf. Tot op 3 december 2016 het noodlot toesloeg.
Een droom opgeven, doe je echter niet zomaar. We wilden het zo ontzettend graag dat we in 2018 ondanks alles de sprong in het diepe waagden. We gaven onszelf een jaar de tijd om te ontdekken of we met NAH konden (over)leven in Frankrijk. De werkelijkheid bracht helaas zoveel barsten in onze droom dat we na een jaar terugkeerden naar Nederland. Een welbewuste keuze.
En toch leefde ik sinds dat moment iedere dag met heimwee. Heimwee naar huis, naar onze vrienden, naar streekgerechten, naar geuren, geluiden en kleuren. Naar de koeien in de wei, de heuvels, de rust en de stilte. Naar de geur van versgebakken brood, naar onze houtkachels en de sneeuw in de winter.
Onze mooie droom werd steeds meer een blok aan mijn been. Om hem los te laten – en verder te kunnen – ben ik begin dit jaar begonnen mijn niet-meer bestaande Franse huis in gedachten steen voor steen af te breken. Met iedere steen nam ik meer afstand van mijn droom en ontstond er stapje voor stapje ruimte om alle mooie herinneringen te koesteren. Er kwam zelfs ruimte voor nieuwe dromen.
Dit hele proces heeft mij thuis behoorlijk in mijzelf gekeerd gemaakt. De mantelzorger in mij had het zwaar. De praktische zorg ging uiteraard gewoon door, vaak op de automatische piloot, maar op mentaal vlak liet ik het helaas wel eens afweten. Ik was moe, futloos, en had mijn beperkte energie nodig voor mijn werk, de boodschappen, het eten koken en het huishouden. De hang naar aandacht, de vele vragen, het werd mij allemaal best wel eens te veel. Gelukkig zag Henk hoe moeilijk ik het had. Hij zag mijn gevecht om uit de put te komen, gunde mij de tijd om te herstellen en mijzelf opnieuw uit te vinden. NAH was regelmatig een grote sta in de weg, maar ondanks dat hebben we samen een nieuwe weg gevonden. Er komt meer ruimte voor mij en meer energie voor Henk. Ik ben trots op ons!
Zo trots op jou en op jullie ❤️