Als mijn vader… niet achter een gesloten deur wil wonen
Afgelopen week werd er bij mijn vader een indicatie stelling afgenomen. Een paar dagen daarvoor werd ik door een vriendelijke dame van CIZ gebeld om een afspraak in te plannen. Deze mevrouw vertelde me ook dat zij mijn vader – tijdens het afnemen van de indicatie – DRIE keer zou vragen hoe hij aankijkt tegen een opname achter gesloten deuren. Ik moest even slikken…
De mevrouw van CIZ moet gemerkt hebben dat ik schrok. Ze legde me uit dat dit een hele normale procedure is. Tijdens het indicatie bezoek nemen zij een zogenaamde BOPZ (Wet Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen) verklaring af. Deze verklaring houdt in dat de betrokkene noch bezwaar maakt / noch bereidheid toont omtrent opname in een gesloten instelling. Tenminste, als alles gaat zoals het zou moeten. Want wat gebeurt er als iemand dat echt niet wil?
De meeste mensen met dementie willen liever niet opgenomen worden. Zij verzetten zich niet actief tegen opname, maar ze zijn het er ook niet mee eens. De wet BOPZ heeft hiervoor artikel 60: geen bereidheid, geen bezwaar. Een klein aantal mensen wil wel opgenomen worden in een gesloten instelling. Zij worden volgens de BOPZ vrijwillig opgenomen. Als iemand dit echt niet wil, is opname in principe alleen mogelijk als diegene een gevaar is voor zichzelf of de omgeving. Maar is iemands leven acuut in gevaar, dan geldt In Bewaring Stelling (IBS). De persoon in kwestie wordt dan gedwongen opgenomen. Als het gevaar langdurig is en iemand verwaarloost zichzelf, dan geldt de Voorlopige of Rechtelijke Machtiging.
Ondanks dat je weet dat iemand die lijdt aan dementie uiteindelijk achter een gesloten deur komt te wonen, hakte het er bij onze familie behoorlijk in. Het was ook heel confronterend en moeilijk voor mijn vader. Tijdens het gesprek met mijn vader en de medewerkster van CIZ zaten mijn zus en ik met kromme tenen, toen dit onderwerp werd aangesneden. De mevrouw bracht het goed: “Meneer Bruurs, u lijdt aan dementie en als dat erger wordt in de toekomst, kan het gebeuren dat u opgenomen moet worden in een verpleegtehuis waar op het eind van de gang de deur op slot gaat. Wat vindt u hiervan?” Mijn vader vindt nog steeds dat hij niet aan dementie lijdt, laat staan dat opname bespreekbaar is. Drie keer werd hem de vraag gesteld en drie keer reageerde hij heel fel. Ondanks dat hij van binnen kookte, probeerde hij netjes te antwoorden: “Opgesloten? Opgesloten? Mevrouw, ons soort mensen wordt niet opgesloten!!”
Het is niet het meest ideale antwoord dat hij had kunnen geven. Dat er gesproken werd over “toekomst” zegt mijn vader niets. Hij leeft steeds meer in het verleden. Gelukkig is er van opname nu nog geen sprake en kunnen we het allemaal nog prima redden met de hulp die we hebben. Wel kunnen we hem – met een ZZP5 indicatie – inschrijven bij een zorginstelling naar keuze. Dat is voor ons een grote geruststelling en tot die tijd gaan we er met z’n allen voor om hem – zo lang als hij het beseft – in zijn eigen huis te kunnen houden. En de BOPZ verklaring? Dat zien we dan wel weer!
Dit bericht heeft 0 reacties